De Cedrus Atlantica ‘Glauca Pendule’ of Treurceder is een langzaam groeiende en bijzonder karakteristieke treurvorm van de blauwe Atlasceder. De zijtakken hangen in grote bogen over en de losse twijgen die hier aan groeien kunnen tot aan de grond komen. Wanneer de hoofdtakken niet omhoog worden geleid, ontstaat een breed spreidende groeiwijze van maar een paar meter hoog en vele meters breed. Wanneer de de boom omhoog geleid wordt kan hij een hoogte van ongeveer 6 meter bereiken en blijft hij iets smaller. De stam is eerst nog grijs en glad maar wordt bij oude bomen ruwer. Jonge twijgen zijn eerst nog grijsgroen tot grijsbruin maar worden in het tweede jaar grijs. De naalden staan in bundels van 20 – 40 bijeen en zijn 2 – 2,5 cm lang. In de herfst verschijnen de opstaande kegels. De standplaats is in de zon.
Deze website maakt gebruik van cookies, zodat wij u de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in uw browser en voert functies uit zoals het herkennen van u wanneer u terugkeert naar onze website en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de website u het meest interessant en nuttig vinden. P>
Bekijk voor meer informatie onze privacypagina