Rubus fruticosus ‘Asterina’ of suikerbraam is een vrij nieuw soort en smaakt al heerlijk zoet nog voordat ze helemaal rijp zijn. Deze doornloze braam bloeit in april-mei met witte bloemen, de zwarte vruchten zijn 10 weken lang rijp om te plukken, an juli-oktober. De uiteindelijke hoogte is 200-300 cm. De standplaats is in de zon of halfschaduw op een licht zandige humusrijke grond. De plant is zelfbestuivend. Jonge struiken willen nog wel eens enkele doornen hebben.
Algemeen:
Bramen (Rubus) groeien in Nederland vrijwel overal in het wild, er zijn veel verschillende soorten en variëteiten. Ook zijn er een groot aantal gekweekte soorten. Het is een krachtige groeier en groeit op vrijwel iedere goede tuin grond. Maar de braam is niet heel geschikt voor een kleine moestuin. De braam is zelf bestuivend, dus hier is geen andere braam nodig om vruchten te krijgen. De meeste bramen kun je direct van de struik eten. Bramen eenmaal geplukt, dan kun je ze niet heel lang bewaren. Wel kunnen je ze invriezen, zodat je ze op een later moment kunt eten. Takken die gebloeid hebben, bij de grond afsnoeien. Eenjarige takken laten staan, die zijn de vruchttakken voor het volgende jaar.
Span vóór het rijpen een net over de tuinplant, om de bessen te beschermen tegen eetgrage vogels.